Het VNO-NCW organiseerde enkele weken geleden een online event, waarin ondernemers in gesprek konden gaan met o.a. minister Hugo de Jonge en infectioloog Jaap van Dissel. Tijdens die digitale meeting viel één ondernemer in het bijzonder op, namelijk Jeroen Dona, divisiedirecteur Beurzen en Evenementen bij Libéma.
We waren onder de indruk over zijn visie op het evenemenentlandschap. Tijd om met hem in gesprek te gaan dus!
Hoe gaat het met je?
“Wel goed. Het is ontzettend prettig dat de finishlijn in zicht is, ondanks dat niemand precies kan zeggen hoe die eruit ziet. Het zal vast in fases gaan, waarin we af en aan met beperkingen te maken gaan krijgen. Ik probeer in dit stadium vooral de ellende achter mij te laten en te focussen op de finish en wat daarna komt.”
Wat betekent dat concreet?
“Ik verwacht dat we vanaf 1 september weer zo goed als normaal moeten kunnen functioneren. Tot die tijd verwacht ik dat we met sneltesten voor de juiste triage moeten kunnen zorgen. De anderhalvemeter afstand zal daarin langzaam uit gefaseerd worden. Ik zie de testen als een tijdelijke oplossing totdat er genoeg prikken gezet zijn.”
Wat is je overkomen?
“We zouden half maart 2020 de Dutch Masters Indoor Brabant organiseren, een top paardensport event. Alles stond volledig opgebouwd en toen begonnen de twijfels. Dat was een bizarre rollercoaster. Eerst besliste de burgemeester dat het mocht doorgaan, dus vertelde we dat trots in de krant. Dag daarna moesten we de hoeveelheid bezoekers halveren. De dag daarna mocht het doorgaan, maar dan zonder publiek. En uiteindelijk is het helemaal geannuleerd. Dat voelde als een bokswedstrijd waar je geen controle over hebt en even knock-out wordt geslagen.”
Hoe ben je daarna weer opgekrabbeld?
“Het mooie van Libéma is dat we best wel positief zijn ingesteld, misschien zelfs opportunistisch. We zijn snel gaan kijken wat wel kon. We zijn ook nooit echt dicht geweest. Er was altijd wel enige vorm van activiteit: van 30 man samen in een zakelijke bijeenkomst tot test- en prikstraten op verschillende accommodaties.
Daarnaast zijn we, op basis van hele heldere protocollen die we samen met de branche hebben opgesteld, ook actief de strijd gaan voeren in de media. Daarmee troffen we in de zomer doel, toen werd besloten dat de capaciteit werd gerelateerd aan de vierkante meters van de locatie. Dat gaf de mogelijkheid om aantal basisconcepten te ontwikkelen, zoals Mainstage in Den Bosch. Dat was toen het eerste echte anderhalvemeter theater, waar we 900 gasten kwijt konden in een warme theaterruimte.
In die periode hebben we twee weken lang Najib Amhali uitverkocht en meerdere publieksmarkten, evenementen en zelfs twee grote beurzen voor 4.000 à 5.000 gasten per dag georganiseerd. Dat was echt een eyeopener; zelfs met alle beperkingen kan je heel veel verantwoord en veilig doen. Helaas heeft het virus ons ingehaald en zijn er weer veel beperkingen opgelegd. De enige echte oplossing voor onze branche is het vaccin. Daarom was ik blij met de uitspraak van Hugo de Jonge dat voor één juli iedereen minimaal één prik kan hebben gehad.”
Hoe kijk jij naar het Nationaal Evenementenplan?
“Libéma is groot supporting-lid van een aantal brancheverenigingen, zoals CLC Vecta die is aangesloten bij Eventplatform. Ik ben heel blij met het plan en Jolanda Janssen [algemeen directeur van Rotterdam Ahoy], die het ambassadeurschap heeft opgenomen en dat geweldig doet. Achter de schermen denken we mee en laten we een kritisch geluid horen waar nodig.”
Hoe zit het met digitale events binnen Libéma?
“Veel van de locaties van Libéma hebben standaard infrastructuur aanwezig om dit gemakkelijk te faciliteren. Daarnaast hebben we ook studioruimtes beschikbaar. Maar voor mij geldt dat een live ontmoeting altijd de kern blijft. Ik ben er echt van overtuigd dat men schermmoe is. De kracht van fysiek aanwezig zijn, doet zoveel meer. De non-verbale communicatie, de mimiek in een gezicht; dat geeft veel meer effect dan uren achter je computer zitten. Ik geloof wel dat hybride een manier is om de boodschap verder te brengen dan het gebouw of het event, maar het mag niet de boventoon voeren wat mij betreft.”
Wat neem je voor de toekomst mee uit alle genomen maatregelen?
“We hebben als Nederland een nog grotere stap gezet als het om crowd management. Daarin lopen we in de wereld echt vooraan. Wij hebben daar vanuit Libéma ook veel extra ervaring in opgedaan, kijkend naar digitalisering, betere spreiding en efficiënter omgaan met de ruimte.
Vooral de ruimte; dat is een luxe waar we met zijn allen gewend aan zijn geraakt. Men zal naar verwachting minder genoegen nemen met het op elkaar gepropt zitten. Ik verwacht dat men de behoefte van ruimte ook na het opheffen van de anderhalvemeter-restricties blijft houden. Ook in het gevoel van hygiëne zal men waarschijnlijk ander gedrag gaan vertonen. Voor beiden geldt, dat we daar meer mogelijkheden in willen bieden.”
Hoe kijk jij naar de toekomst van events?
“Ik ben heel nieuwsgierig of de concurrentie weer verhevigd als we alles meer mogen. Er is nu sprake van een sterke samenhorigheid. Hopelijk blijft dat behouden. De allergrootste zorg die ik nu heb is niet de ellende waar we nu in zitten, maar waar we in terecht gaan komen. Er heeft best wel een slagveld plaatsgevonden in onze branche. We zijn enorm afhankelijk van allerlei leveranciers, zelfstandigen en andere dedicated mensen. Zonder hen heb je geen customer journey. Wat is daar straks nog van over?”
"Kameraadschap gaat enorm belangrijk zijn om de branche weer vitaal te krijgen."
Wat is de grootste les uit deze periode geweest?
“Het allerbelangrijkste is toch wel om altijd te kijken naar wat er wel kan. Blijf in beweging en voel altijd de positieve energie. We zijn een branche van doeners en kunnen echt niet overweg met een jaar stilzitten.
Daarnaast ben ik erachter gekomen hoe veerkrachtig je als mens, bedrijf en branche bent. Ik ben echt heel trots dat we met onze branche de strijd altijd gevoerd hebben vanuit feiten en positiviteit. We zijn niet negatief gaan doen en we zijn niet naar de rechter gestapt. We hebben gewerkt met in plaats van tegen de overheid.”
Wat zou je tegen jouw collega’s in de branche willen zeggen?
“Laten we elkaar ook na de crisis meer opzoeken. We hebben allemaal onze eigen belangen, maar het blijkt dat we met het schouder aan schouder staan veel goede dingen voor elkaar krijgen. Ondanks ieders individuele belang, worden we daar toch sterker van met zijn allen.”
Beeld: Libéma