De bouw van de Amsterdome hebben we mede door het interessante circulaire concept op de voet gevolgd. Inmiddels heeft de locatie haar eerste operationele jaar erop zitten. Tijd om met Marleen de Kruijff, senior accountmanager, om tafel te zitten om te beoordelen of de beloftes zijn waargemaakt.
Want circulair claimen is één ding, maar circulair zijn is een tweede. Gelukkig was Marleen wel in voor een goed gesprek!
Vertel eens, hoe zat dat ook alweer met die koepel?
“De koepel heeft tussen 1971 en 2003 onderdak geboden aan vliegtuigmuseum Aviodome. Met de verhuizing van het museum van Schiphol naar Lelystad werd het dak in 29 zeecontainers opgeslagen. Jaren later kwam het in onze handen en wisten we precies waar we het voor wilden gebruiken. Amsterdome.”
Waar zit dat duurzaamheidsaspect nog meer in?
“Zover de techniek het toelaat, hebben we alleen gebruik gemaakt van gerecycled materiaal of materialen die een nieuw leven hebben gekregen. Een vloer van gerecycled puin, wanden van gerecycled gips en overbodige lampen uit een station in Brussel.”
Dat ervaar je totaal niet als je hier rondloopt.
“Goed zo! We wilden laten zien dat het hergebruik van materialen niet oubollig is, maar juist hip kan zijn. Alles ziet er strak en nieuw uit. Dat komt bijvoorbeeld door het gebruik van tafels van gerecycled plastic. Door het omsmeltingsproces wordt het weer ‘nieuw’, maar toch circulair.”
Hoe reageerden de eerste opdrachtgevers en gasten?
“We zijn meteen vol gas gegaan, mede door het vertrouwen van opdrachtgevers die al boekingen plaatsten voordat ze locatie ‘af’ gezien hadden. Het voordeel is dat we het klappen van de zweep qua eventorganisatie kennen.”
Waar liep je bijvoorbeeld tegenaan?
“We moesten eerst zien of dat wat we bedacht hadden ook daadwerkelijk goed uitpakte. Helemaal in het begin hadden we bijvoorbeeld duurzame metalen prullenbakken, maar daar kon het afval niet in worden gescheiden. Dat hebben we snel aangepast. Verder hebben we een cateringplein op de eerste verdieping die erg geschikt is voor de lunch. We kwamen er echter achter dat dezelfde trap voor sommige gasten aan het einde van een evenement een barrière was om te blijven borrelen. Dat ondervangen we door de borrel eventueel beneden te laten plaatsvinden.
Maar dat staat niet in verhouding tot de onwijs mooie reacties die we ontvangen. Dat komt ook door het steeds groter wordende bewustzijn in de maatschappij. We komen uit de tijd dat iedereen een blackbox huurde, maar inmiddels is het kwartje bij opdrachtgevers gevallen.”
Dat klinkt goed! Merk je ook aanvragen die minder goed bij Amsterdome passen?
“Het merendeel snapt de meerwaarde van deze locatie, maar soms merken we dat er geen match is. Je moet bij ons geen Amsterdamse kroeg willen maken, waarbij we onze lampen boven de bar moeten vervangen voor een Jordanese uitstraling. Gelukkig werken we nauw samen met andere locaties, waardoor we opdrachtgevers altijd verder kunnen helpen door hen te verbinden aan een locatie die wel past bij hun wensen.”
Waarin adviseer je opdrachtgevers tijdens een aanvraag om het event zo circulair mogelijk te laten zijn?
“Vooropgesteld dat de meeste klanten de klik meteen voelen en zelf pro-actief meedenken, zijn er altijd wel aspecten waar we in kunnen helpen. Bijvoorbeeld bij het meubilair: wil je persé niet het aanwezige meubilair inzetten, huur het dan van een lokale leverancier zodat de reisafstanden zo kort mogelijk zijn. Of maak gebruik van krukjes en tafels van gerecycled karton. Anders denken kan ook; maak gebruik van het lichtplan zodat de hele zaal ineens in een bepaalde kleur wordt uitgelicht en het meubilair een andere beleving krijgt.
Een ander voorbeeld zijn de 200 aanwezige parkeerplaatsen; dat is voor Amsterdamse begrippen enorm, maar opdrachtgevers uit andere delen van Nederland vinden dat weinig. Het is geweldig om hen te kunnen overtuigen hier creatief mee om te gaan. Zo was er een opdrachtgever die aangaf dat je alleen mag parkeren als je niet alleen in de auto zit. Heerlijk toch?
Zo weten we inmiddels ook veel over de mogelijkheden om branding te hergebruiken en het gebruik van niet duurzame badges te beperken.”
Wat hebben jullie in het afgelopen jaar nog meer qua duurzaamheid omarmt?
“Sinds kort hebben we een composteermachine gekocht die het eetbare afval na het evenement omzet in compost. Dit doen we in compostzakjes die als give away kunnen worden meegeven aan de gasten, om ze extra bewust te maken van de duurzame locatie waar het event plaatsvond. Wat niet aan gasten wordt meegegeven, geven we terug aan de natuur.
No waste policy to the max.
Het doel is zelfs dat we uiteindelijk zo duurzaam zijn, dat die composteermachine overbodig wordt. Wat dat betreft bewandelen we een dunne lijn, want het liefst houden we na een event helemaal geen catering over. Helaas laat de strenge wetgeving het niet toe. Wel letten we goed op de samenstelling van de verwachte doelgroep en passen we daar de catering op aan.”
Kan je daar meer over vertellen?
“Dan gaat het vooral om de grammages en hoeveelheden in gerechten. Maar daarnaast hebben we ook een omslag gemaakt in het foodbook van 2020. Bepaalde onderdelen zijn in de basis volledig vegetarisch, waar je optioneel een vleescomponent aan kunt toevoegen. Dat was voorheen precies andersom. Ook in het aanbod vegetarische producten zelf zijn we veel creatiever. Niet meer het standaard ‘bolletje kaas’, maar een heerlijk broodje met gegrilde groenten.
Onze hoofdkeuken zit in Regio Foodvalley; daar werken we samen met lokale boeren die het welzijn van dier en natuur hoog in het vaandel hebben staan. Dat hoeft niet persé biologisch zijn, want een biologisch stuk fruit dat vanaf de andere kant van de wereld naar ons moet worden getransporteerd kan onder aan de streep veel minder ‘biologisch’ zijn dan datzelfde stuk fruit uit de omgeving. Wij kijken vooral hoe onze leveranciers werken en welke leveranciers zij weer hebben. We gaan voor lokaal en duurzaam.”
Klinkt als een glad verkooppraatje!
“Nee, dit is echt een intrinsieke motivatie. Zo zijn we nu bijvoorbeeld bezig om ons eigen bittergarnituur te ontwikkelen waarbij de totale transportafstand van koe tot bitterbal maximaal 200 km mag bedragen. Dat vinden we zo geweldig aan Regio Foodvalley; we zitten midden in alle ontwikkelingen. Dus geen glad verkooppraatje. We leven echt zo!”
Kortom, spread the word?
“Zeker! Vanuit Amsterdome zie ik de uitdaging om zoveel mogelijk gasten de locatie te laten ervaren en duidelijk te maken hoe ‘het’ ook kan. Als zij dit allemaal mee naar huis nemen en doorvertellen, dan doen we het goed. Dat is de olievlek die wél goed is voor het milieu!”
Beeld: Amsterdome
