Aansprakelijkheid vreugdevuur in Scheveningen

Het betreft een uitgewerkte case over het vreugdevuur in Scheveningen die in 2019 is geschreven, maar vandaag de dag nog steeds van toepassing is.

Door een veel te hoge brandstapel is bij het vreugdevuur in Scheveningen de nodige schade ontstaan aan fietsen, auto’s en gebouwen. Door de aanlandige wind waaide vliegvuur de omliggende wijken in. De burgemeester van Den Haag wees gelijk de beschuldigende vinger naar de organisator van het vreugdevuur. Maar, is dat wel terecht? Welke partijen kunnen aansprakelijk worden gesteld?

Organisator

Indien een organisator een overeenkomst heeft met de gemeente (kennelijk was er geen vergunning afgegeven door de gemeente) voor het organiseren van een evenement en vervolgens niet handelt conform die overeenkomst, dan handelt de organisator in strijd met die afspraak. In dat geval kan de organisator onrechtmatig handelen richting de personen die daardoor schade hebben ondervonden.

Ook wanneer de organisator zich wel aan de overeenkomst had gehouden, dan heeft zij een eigen verantwoordelijkheid richting bezoekers en omwonenden om ervoor te zorgen dat het evenement zo veilig als mogelijk verloopt.

In een oud arrest uit 1972 (Vermeulen/ Lekkerkerker) is door de Hoge Raad geoordeeld dat “het verkregen zijn van zo’n vergunning degeen die overeenkomstig die vergunning handelt, dan ook niet vrijwaart voor de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad. Dat dit niet anders is, indien door een partij tegen het verlenen van de vergunning tevoren bezwaren zijn ingebracht maar deze bezwaren zijn verworpen.

Vrij vertaald betekent dit dat de organisator, ondanks het eventueel volgen van de overeenkomst, een eigen zorgplicht behoudt. Daarbij gelden de regels zoals vermeld in het zogeheten ‘Kelderluik arrest’, namelijk:

  • hoe gevaarlijker, hoe meer maatregelen;
  • hoe groter de kans op ongevallen/schade, hoe meer maatregelen;
  • hoe ernstiger de mogelijke schade/ongevallen kunnen zijn, hoe meer maatregelen;
  • alle in redelijkheid mogelijke maatregelen (waarbij ook gekeken wordt naar kosten-baten) moeten worden genomen.

Deze uitgangspunten gelden niet alleen bij evenementen waarbij deelnemers schade kunnen lijden, maar ook bij evenementen – zoals in Scheveningen – waarbij omwonenden schade kunnen lijden.

De organisator had het weer in de gaten dienen te houden op grond van haar zorgplicht. Er was geen sprake van een extreme weersituatie, zodat een beroep op overmacht geen stand zal houden.

Gemeente

De burgemeester heeft een paar bijzondere uitspraken gedaan in het nieuws over het vreugdevuur in Scheveningen. Allereerst zei de burgemeester geen invloed te hebben op het weer. Dat klopt. Maar waar de burgemeester wel invloed op kan uitoefenen zijn de gevolgen van het weer voor een evenement.

De burgemeester zei ook dat de dranghekken een aantal meter naar achteren waren geplaatst vanwege de wind. Dit is natuurlijk onvoldoende. Daarbij heeft de burgemeester enkel de belangen van de toeschouwers in acht genomen, maar verzuimd om de belangen van de omwonenden in acht te nemen.

Wanneer er een (geringe) overtreding van een overeenkomst (of een vergunning) tot zeer ernstige schade zou kunnen leiden, kan op de gemeente een zwaardere verplichting rusten tot het houden van toezicht. Dat zou er zelfs voor kunnen zorgen dat de gemeente de verplichting heeft een evenement af te gelasten.

De burgemeester had (beter) toezicht dienen te houden op de naleving van de afspraken door de organisator. Ook had de burgemeester zelf het weer (beter) in de gaten dienen te houden, gelet op haar verantwoordelijkheid voor de openbare orde en veiligheid.

De burgemeester leek in de media een beroep te doen op overmacht, maar dat zal niet slagen. Er was geen sprake van een extreme weersituatie. Daarnaast wordt een beroep op overmacht niet snel aangenomen (uitspraak geen overmacht door weersomstandigheden).

De omwonenden zouden de gemeente aansprakelijk kunnen stellen op grond van onrechtmatig overheidshandelen.

Tips voor organisatoren en gemeenten

Organisatoren en gemeenten dienen de mogelijke risico’s serieus te nemen, wat toch te vaak nog wordt onderschat.

Organisatoren dienen per evenement – want maatwerk is en blijft vereist – de risico’s in kaart te brengen. Daarbij dient per risico een stappenplan te worden gemaakt om het evenementen eventueel aan te passen (door bijvoorbeeld extra veiligheidsmaatregelen te nemen) of af te gelasten (op welke wijze, wanneer, communicatie naar partijen, etc.). Het verdient de voorkeur om hierbij andere partijen te betrekken – zoals gemeente, provincie, brandweer, weerstations – maar ook om vooraf juridisch advies in te winnen.

Gemeenten dienen na het maken van een afspraak of het afgeven van een vergunning de teugels niet te laten vieren. Zij dienen ook daarna actief toezicht te houden op naleving van de afspraken/ vergunning en in gesprek te blijven met de organisatoren. Ook dienen gemeenten zelf het weer in de gaten te houden en bij te sturen indien nodig.

Voor beide partijen geldt daarnaast dat een evenementenverzekering geen overbodige luxe is.